De Verbindingsploeg

Uit rdwiki
(Doorverwezen vanaf Verbindingsploeg)

Dit verhaal is waarheidsgetrouw. Het is niet de volledige waarheid. Die kost te veel leugens en verdriet. Dat wil ik niet. -- Rob Out in Veronica, een jaar later


De beginperiode

Een geheimzinnig zootje...

Was er een scheiding tussen de VCD en Radio Drienerlo, de kloof tussen de 'gewone' RD-medewerker en de geheimzinnige 'HF-ploeg' werd nog sterker gehandhaafd. Eigenlijk was het de bedoeling, dat voor de gewone medewerker de HF-ploeg niet bestond. "Er is een ploegje mensen dat ervoor zorgt dat de programma's worden uitgezonden".

Op een klein aantal nieuwsgierige mensen na, was de gemiddelde radiomaker inderdaad helemaal niet geinteresseerd in de plaats van de zender, of wie daar nou achter staken. Frans, die bijna alles wist, deed naar buiten toe vaak of z'n neus bloedde.

Wel wisten een aantal mensen uit de kennissenkring van Frans, welke gezichten er bij de HF-ploeg hoorden. Anderen dachten het te weten. We stonden dan ook nog wel 's ontspannen op donderdagmiddag op het dak van een campusflat de antenne uit te richten, als Harm ons vanaf de fiets toeschreeuwde: "O ja, het is weer donderdag, he?". Wat overigens geen aanleiding was om de plaats nog op het laatste moment te veranderen, want we gingen er maar vanuit dat de meeste campusbewoners te vertrouwen waren. Zo waren we er eigenlijk ook vast van overtuigd dat er meteen gewaarschuwd zou worden als een bewoner iets verdachts (een auto van de Radio Controle Dienst bijvoorbeeld) zou zien. Dit was immers ook de gangbare praktijk als de Dienst Omroep Bijdragen op televisiejacht ging.

De Campusrepeater

In de maanden voordat RD begon [##maar misschien ook al veel eerder nav het oppakken van de Bereboot (?)] hadden we onder de techneuten [## met Frans erbij? Ja.] regelmatig ideeën om een 3-meter relaiszender op een hoge, min of meer openbare plek neer te zetten en ervoor te zorgen dat de verschillende voormalige campuspiraten die zender via een laagvermogen straalverbinding konden aanstralen. [##Waarschijnlijk was dit toch niet zo sterk RD-gerelateerd, want het staat me bij dat we ook locaties als flats in Deppenbroek en Klein Driene overwogen, dat Jan en ook de Firma vaak bij de discussies aanwezig waren].

Maar niet alleen bij een paar piraten leefde het idee, dat RD niet kon beginnen zonder zo'n relaiszender op een hoge plek, ook Robert had die mening. Maar hij kon die maar moeilijk voor zich houden. Geregeld zei hij: "als 'p werkt", "als _UP_ werkt", dan zitten we goed. Bij voorkeur deed hij dat luid genoeg en waar buitenstaanders bij waren. Daarbij klaarblijkelijk hopend dat iemand zou vragen wat UP was, zodat hij interessant-geheimzinnig kon zeggen dat hij daar niets over mocht zeggen...

De werkwijze

Er was in de begindagen een soort automatische rolverdeling binnen RD, maar dat had ook met de beschikbare tijd te maken. De HF-ploeg bemoeide zich dus niet met de programma-inhoud, maar stortte zich helemaal op het vinden van technische oplossingen voor de toekomst, met natuurlijk wel iedere week de druk dat het donderdagavond weer moest werken. Experimenten met de bestaande apparatuur moesten dan ook altijd heel voorzichtig worden uitgevoerd. Geld en tijd om helemaal iets nieuws te bouwen was er echter ook meestal niet.

En die hele ploeg bleek, met al die hobbyisten, ook nauwelijks te plannen of te sturen. Vaak tot frustratie van Rolf, die er als zelfbenoemd hoofd van de HF-ploeg maar moeilijk aan kon wennen dat er niet 'gewoon' gebeurde wat er in het belang van het ideaal van een campusomroep moest gebeuren. Tegelijk had ie zelf ook geen geduld voor het bouwen van gedegen en stabiele apparaten.

Eigenlijk experimenteerde iedereen gewoon met wat ie leuk vond, en als daar wat uitkwam dan was het soms toevallig nog toepasbaar ook. Later bleek deze extreme bottom-up ontwikkelmethode, waarbij niet alleen het hoe maar ook het wat door persoonlijke voorkeur werd bepaald, zijn nut te bewijzen doordat nieuwe mogelijkheden werden verkend zonder dat vooraf de behoefte daaraan was vastgesteld. En dat bleek verrassend vaak tot goede uitkomsten te leiden.

Verbindingsapparatuur in de beginperiode

In de eerste uitzending, en nog heel lang daarna, werd [##toch?] de stereocoder van Pieter gebruikt. [##die zwarte plastic bak waarop later 2 potmeters als 'fade over mixer' werden bevestigd, staat me bij] Pieter had daarnaast veel werk besteed aan het bouwen van een zender, maar deze bleek niet te voldoen. [##niet stabiel genoeg? niet genoeg vermogen?]. Dus werd die van Hans, een heel betrouwbaar apparaat, maar 'tijdelijk' op de donderdagen ingezet. Snel bleek dat Hans meestal niet meer de moeite nam om 'm na de uitzending weer los te koppelen en mee te nemen. Effectief had Hans dus geen zender meer thuis en baalde daar af en toe stevig van.

Er moest wel 's wat gebeuren, Dus werd er een HF-ploeg bespreking gehouden bij Rolf op Campuslaan 39.

De zender van Hans was een van de hoofdonderwerpen. [##Pieter zou verder aan z'n zender gaan sleutelen en??] Rob zegde toe dat hij wel even een hele nieuwe zender zou bouwen. Rolf was zoals gebruikelijk wat sceptisch. Eerst zien dan geloven, was zijn motto. Rob, joviaal: "Aah joh, ou-we-hoejr! Stelt geen moer voor, brand ik in een weekendje in elkaar". Alleen liet dat weekendje wel erg lang op zich wachten. [##of wilde dat ding geen vermogen leveren iod?] Ondertussen bleef de zender van Hans in gebruik.

Een nieuw apparaat

[##jaren later] Op een mooie ###avond in 1982 of 1981? [##volgens mij in de mensa, ruim 1 uur voor de uitzending?] kwam Rob met een mooie zilverkleurige behuizing aanzetten, dat aan de voorkant een paar LEDs en wat tuimelschakelaars had en aan de achterkant enkele tulp-chassisdelen en een netsnoer. Het dexel ontbrak (en zou er ook nooit komen), dus binnenin kon je een netjes geëtste print zien. Rob had gewoon voor het opwarmen van het etsmiddel, een geel goedje van de componentenverkoop van Scintilla, zijn koffieapparaat opgeofferd. Als het nodig was voor de goede zaak dan was Rob nooit moeilijk.

Was dit nou de nieuwe zender? Nee, dit zag er duidelijk niet als zender uit. Die bestonden immers meestal uit een zelf gesoldeerd bakje van epoxyprintplaat met geheimzinnig ogende zwevende netwerkjes en spoeltjes van zilverdraad en met maar 1 tulpingang en toch zeker een antenne-uitgang.

Rob had een "Stereocoder für Service-Zwecke" gebouwd aan de hand van een schema uit de Funkschau (nr 15 en 16/1981). Een stereocoder maakt van het linker- en rechterkanaal een zogeheten stereo-multiplexsignaal. Daarom zou je 'm ook een multiplexer kunnen noemen.

Waar het vaak gebruikelijk was om hiervoor een duur 7600 kHz kristal te gebruiken, hadden ze in dit schema gekozen voor een goedkoop 26.6 MHz (27 Mc) kristal. Verder had de coder een ingebouwde pieptoon, die handig was voor het afregelen. [waarbij het dure 7600 kHz kristal was vervangen door een groot 3800 kHz dumpexemplaar uit een oude legerzender en de deler uiteraard daarop was aangepast.## dit blijkt dus onzin; was dat dan Robs oude coder?]

Rob deed dit gewoon omdat hij het leuk vond, hij was immers niet meer van plan zelf de lucht in te gaan. Hij leende de coder (naar later bleek) permanent uit aan RD.

Deze coder zou nog vele jaren dienst doen als een cruciaal component in de keten tussen mengpaneel en zender. Naar alle waarschijnlijkheid werkt het apparaat (2007) nog steeds.

Nieuwe perspectieven

Tussen studio en zender

Ongemerkt werd er bij de wekelijkse uitzendingen steeds meer apparatuur gebruikt. Deze hing via een lange kabel en soms wat simpele trucjes wel direct aan de zender, zodat er een risico was dat alles bij een inval van de RCD in beslag genomen zou worden.

Een manier om studio en zender te scheiden was dus hard nodig. Straalverbindingen op UHF waren tijdens de Batavierenrace 1980 en 1981 en Introduxy 1981 toegepast, maar de stabiliteit van die oplossingen was onvoldoende voor betrouwbaar gebruik door het hele jaar heen.

We zaten te peinzen over andere oplossingen. Meer en minder serieuze opties die ondermeer de revue zijn gepasseerd:

       VHF band III
       Kobold (aardtelefoon, uit Radio Bulletin dd ??)
       UHF ("60 cm")
       SHF ("boor een gat in een blok ijzer en zet er een paar kV op")
       lichtmodulatie via lantaarnpalen
       infraroodverbindingen
       gebruikmaken van de oude draadomroeplijnen op Calslaan en Campuslaan
       interne telefoonsysteem
       kabels trekken door het riool [##>sappig verhaal van Jeroen over verstopping Wbw]

Een van de meest veelbelovende opties was gebruik van het interne campustelefoonnetwerk. Voor mono spraakverbindingen was dit net al vaak gebruikt, vooral bij Bata en Introduxy, en de kwaliteit viel altijd positief op.

Eind 1981 waren Hans en Rolf daarom begonnen met experimenten om in ieder geval een hi-fi monosignaal door de telefoonlijn te krijgen. Frans deed tegelijk pogingen tot lo-fi stereo...

[## waar is cryptisch kladje van Frans in kerstvakantie over pogingen tot asymmetrisch gebruik a en b tov aarde met brom en morsetekens voor e of t]

Hans was een praktische elektronicahobbyist, die het af en toe leuk vond om te experimenteren met nieuwe manieren van communicatie. Je zou hem bijna een zendamateur kunnen noemen, maar dat was geen titel om trots op te zijn. Want ook in die tijd zaten daar al veel mensen tussen met genoeg geld om een transceiver te kopen, die tegelijkertijd afgaven op "die piraten", maar zelf geen soldeerbout konden vasthouden.

Eerst moesten we een idee krijgen van de karakteristiek van de lijnen. Gelukkig had Gerard een oscilloscoop. Gerard was officieel zendamateur, maar altijd van de partij als er grenzen moesten worden overschreden.

We togen naar Gerard voor een gezellige avond met een biertje en om de lijnen eens goed door te fluiten. [## of was Hans thuis en ik bij Gerard? op de grafiek staat nl. "testresultaat vbd/ Hans -> Gerard"] Gerard had een telefoon op z'n kamer vanwege zijn bestuurslidmaatschappen en de flat beschikte ook nog 's over 2 lijnen, waarvan we er vast wel een konden gebruiken. Moet gezegd worden dat we op de flat van Gerard altijd hartelijk ontvangen werden, en dat niemand het raar vond als we weer 's rare apparatuur in de lege TV-kast bovenin het trappenhuis monteerden, of doodleuk Gerards kamer binnenliepen (waarvan de deur altijd open stond).

[##hier plaatje vd lijnkarakteristiek - envelop Paul]

In het laag was er een afval van 6 dB/octaaf vanaf 240 Hz, die pas onder de 80 Hz veel steiler ging lopen. Dat viel alles mee!

In het hoog begon er pas boven een kHz of 13 demping op te treden, dat ging dan heel geleidelijk om pas rond de 50 kHz op -6 dB uit te komen. Gemiddeld dus met zo'n 3 dB per octaaf, waaruit we concludeerden dat er waarschijnlijk geen filter in de centrale zat, maar dat dit echt het gedrag van de lijn was. Volgens Gerard betekende het, dat de lijn zich als goede transmissielijn gedroeg met een (frequentieonafhankelijke) karakteristieke impedantie. Daar moest gemakkelijk tegenop te corrigeren zijn zodat in ieder geval hi-fi mono met misschien een beetje weinig laag haalbaar leek.

Zelfs een vaag analoog videosignaal zou met wat extra moeite nog kunnen worden doorgestuurd. Verder ontstonden er allerlei subversieve ideeen...

Let's Groove Tonight

Hans had al een tijdje een telefoonkastje, en hij bouwde daarin een correxynetwerkje dat het telefoonlijngedrag moest compenseren. Het werkte wonderwel.

Ervis had ons bij de Bata 80 verblijd met enkele nummers van het nieuwste album van EWF ("De Boogie Wonderlende van Earth Wind and Fiharruh") en vooral het nummer Let's Groove was prima testmuziek om te kijken "of het lekker klonk". Het klonk inderdaad erg groovy, en de flatgenoten van Rolf verbaasden zich over de muziek, niet zijnde hard rock of heavy metal, die uit zijn kamer kwam, terwijl de flattelefoon de halve avond bezet was.

Probleem was alleen dat voor toepassing als verbinding van studio naar zender stereo toch echt een must was. Waar Jan met RE nog wegkwam met het meesturen van een piloottoon en wat 'lekker' extra preëmfasis, zou de gemiddelde campusbewoner daar niet intrappen. Het zou al moeilijk zijn om aan beide kanten een enkele lijn te regelen voor het uitgaande signaal, laat staan twee om een stereosignaal te kunnen doorsturen.

Hans ging dus proberen een correxyschakeling te ontwerpen, die een compleet stereo-multiplexsignaal door de lijn heen kon persen. Na een paar avonden experimenteren bleek dat al aardig te lukken. De kanaalscheiding was niet enorm, maar de kwaliteit van het signaal was uitstekend te noemen.

Het complete stereo-multiplexsignaal ging dus door de interne telefoonlijnen en het klonk verbazingwekkend goed. Doordat het correctienetwerkje de fasedraaiing in het telefoonnetwerk niet helemaal getrouw kon compenseren, was de stereo-kanaalscheiding naar schatting niet meer dan 20 dB, maar bij spraak was dat niet erg en bij muziek merkte ook niemand daar wat van.

Wel was er wat weinig laag door de afkapping in de (toen nog analoge, electromechanische) telefooncentrale. Met wat extra pseudo-laag werd ook dat door bijna niemand opgemerkt.

[##moet historisch eregns anders komen] Een kopie van het correctietrapje dat Hans in z'n telefoonkastje had zitten werd later ook in de coder gebouwd, zodat deze direct aan een telefoon-stuurtrap kon worden gekoppeld [##of zat die ook in de coder? Blex weet dat vast]. De term Vfonica is binnen RD nooit ingeburgerd.


Het telefoongebeuren

Na de ontdekking van de bruikbaarheid van interne telefoonlijnen voor overdracht van hi-fi stereo, werd duidelijk dat dit grote mogelijkheden bood. Belangrijkste was, dat studio en zender vanaf nu gescheiden konden worden door een verbinding die heel moeilijk te traceren was. Dat was dus hardstikke veilig.

In een electro-mechanische centrale is immers nadat de verbinding is verbroken helemaal niet meer na te gaan welke lijnen met elkaar verbonden waren. Zou het tijdens de uitzending nog theoretisch mogelijk zijn geweest om in de centrale uit de stand van de kiezers en relais te achterhalen hoe de verbinding liep, dat zou een voorbereiding en intelligentie vereisen die bij RCD en politie niet te verwachten was. En als er zo'n actie op stapel zou staan, dan zou dat zeker via het geruchtencircuit bij ons terechtkomen.

Kennis over hoogfrequenttechniek werd binnen de Verbindingsploeg minder belangrijk en de focus kwam meer op telefoontechniek te liggen. Daardoor werd de ploeg breder en minder geheimzinnig en meer een gewoon onderdeel van RD. Dat er soms ook op telefoongebied langs de randen van wat mocht werd gelopen doet daar niets aan af. In elk geval kwamen zender en studio ook in de perceptie van de gemiddelde medewerker "verder van elkaar" te liggen.

Het werd nu makkelijker om een studiolocatie op een flat te vinden. Enige eis was dat er binnen een meter of 50(?[##langste netsnoer]) een vrije telefoonlijn was. Het principe was dan om als uitgaande lijn een verenigingstelefoon te gebruiken, zodat de flat gewoon bereikbaar bleef.

Bovendien konden nu vanaf iedere plek op de campus waar een telefoonaansluiting in de buurt was live locatieuitzendingen verzorgd worden! Op locatie werd hetzelfde principe gehanteerd als op flat: als we bijvoorbeeld bij een Politiek Cafe vanuit de Sociëteit in de Bastille uitzonden, dan werd telefoon van het Restaurant gebruikt zodat de telefoon van de Sociëteit beschikbaar bleef voor het personeel en voor eventuele reaxys.

Er werd dan een lang stuk netsnoer naar het uitgaande telefoontoestel gelegd en de adertjes werden onder de klemmetjes voor a en b geschroefd, want deze toestellen waren meestal niet met een telefoonstekker aangesloten. Dit legde wel een extra last op de Verbindingsploeg, want deze moesten de lijn aansluiten en achteraf ook weer loshalen. Er moest soms met subtiele details worden rekening gehouden, zoals een niet standaard aansluiting van een extra bel. En het ging ook wel 's mis; dan ging in het Restaurant een dag lang na de uitzending de bel niet over...

De Bastille had ook een intern huistelefoonsysteem met tweecijferige nummers, dus het personeel kon elkaar nog steeds bereiken. We hebben wel 's gekeken of de die interne Bastille-lijnen konden gebruiken om campuslijnen door te verbinden, maar er zat te veel brom op.

Om de afhankelijkheid van de Verbindingsploeg te verminderen en storingen te voorkomen, leek het ons handig om een paar lijnen permanent door te trekken en op een paar strategische plekken uit te laten komen. We vroegen daarvoor medewerking aan die mensen van de Bastille waarvan we verwachtten dat ze er geen problemen mee hadden, zonder dat ze er officieel achter konden staan. Nadat de lijnen en kastjes waren aangelegd, leek het alsof het nooit anders geweest was. Ook het bouwen van stukjes infrastructuur was een manier om Radio Drienerlo in te bedden in de campus en de acceptatie te vergroten. Als je in de Bastille komt, dan zie je misschien nog op een paar plekken een rechthoekig doosje met 2 banaanchassisdelen, blauw en rood; dat zijn dan die doorgetrokken lijnen. Waarschijnlijk werken ze nog gewoon.

Batavierenrace 1982

Verbindingen in het Sportcentrum

Bij de Batavierenrace was een van de uitdagingen het vinden van een studio of studio's met genoeg inkomende telefoonlijnen. Je had toch minimaal een reactofoon nodig en liefst 2 of meer lijnen voor reportages uit het veld, waarvan een naar vaste ontvangplekken als E&F of Gerards flat. Nu zou daar nog een uitgaande lijn bijkomen. Dit was lastig te bereiken op een flat, dus zochten we naar alternatieven.

Onderwijsgebouwen waren over het algemeen niet toegankelijk in het weekend, en bovendien was het misschien niet zo makkelijk om toestemming te krijgen. RD was geaccepteerd op de campus, maar minder bekend bij de onderwijsafdelingen. In de Bastille waren we waarschijnlijk welkom geweest, maar we verwachtten vooral in de weg te lopen, omdat men daar alle voorbereidingen moest doen om zaterdagmiddag de lopers in de mensa te kunnen laten eten en om 's avonds het Batavierenfeest weer tot een grandioos succes te maken. De Vrijhof was vrijdagnacht dicht en zou speciaal open moeten blijven.

Iemand [##wie?] kwam op het lumineuze idee om in het Sportcentrum te gaan zitten. Dat was natuurlijk de ideale plek: de Batavierenrace is een sportevenement, er zijn genoeg telefoonlijnen en Radio Drienerlo zou vooral 's middags zichtbaar zijn voor lopers en publiek. Dit had tegelijk een risico in zich. Besloten werd om de locatie 's avonds en 's nachts, waar het risico het grootst leek, niet te noemen. Verder verwachtten we dat politie en RCD op een officiële TH-locatie niet zo gauw tot inbeslagname van allerlei studio-apparatuur zouden overgaan, te meer omdat ze daar nergens een zender zouden aantreffen. [##hadden we nog een smoes dat het programma alleen op band werd opgenomen of over een soort telefoonservice oid??]

Maar het moest nog wel worden geregeld.

Inge, die al bij de 1e uitzending bij Ferdi was toen we daar telefoondienst hadden, was inmiddels [##vanaf?] medewerkster van Culturele Zaken geworden en had een belangrijke rol gespeeld in de Introduxy van 1981 bij het regelen van allerlei zaken. De officiële toevoeging "ik ben van Culturele Zaken van de Technische Hogeschool Twente" opende daarbij natuurlijk deuren. [##volgens mij kwam het in het KO naar voren; Inge was coo Nieuws&Info; zij zou het aan vVeelen vragen]

Er was kort daarvoor [##wanneer?] een nieuw hoofd Lichamelijke Vorming en Sport (LV&S) aangesteld, de heer Van Veelen. Inge vroeg aan Van Veelen of RD tijdens de race een ruimte in het Sportcentrum als studio mocht gebruiken. Hij ging accoord, en zorgde er zelfs voor dat er 's nachts een portier zou zitten, die door de TH zou worden betaald; normaliter was het Sportcentrum 's nachts dicht. Hij was nog niet bekend met het verschijnsel Radio Drienerlo en de status ervan, en ging er als vanzelfsprekend van uit dat het allemaal legaal was. Pas het jaar daarop ontdekte hij dat het toch iets anders lag, maar hij heeft sportief ieder jaar daarna toestemming gegeven. Ook als er stevige conflicten waren tussen hem en RD, bijvoorbeeld over motoren op de lopersroute, bracht dat niet de studiolocatie in gevaar.

Inge had nog wat geregeld, iets dat van groot belang was voor de kwalitiet en frequentie van reportages uit het veld. In 1980 en 1981 was het doorgeven van reportages vooral op het beginstuk van Nijmegen tot Dinxperlo niet eenvoudig. De 2 meter verbinding was vaak slecht of kon helemaal niet gelegd worden. Gerards 2 meter set werkte niet optimaal en had te weinig vermogen; hij zou er naar gaan kijken maar veel verbetering gaf dat niet. Bovendien was de afhankelijkheid van de zend- en ontvangpost van de ETGD erg vervelend.

Inge [##of iemand van de Vrijhof?] kende iemand met een autotelefoon. Deze man, die de geschiedenis in zal gaan als de flipperkastenmagnaat, wilde inderdaad zijn autotelefoon wel ter beschikking stellen. En zo hadden we een mogelijkheid om overal vanuit het veld vanaf het busje een betrouwbare verbinding met Drienerlo op te zetten. Het was wel de bedoeling om zoveel mogelijk vanuit Drienerlo te bellen om de kosten voor de flipperkastenmagnaat te beperken. Het was overigens een autotelefoon (type Castor [##of Pollux?]) met hoge vaste kosten, maar waarbij een gesprek het normale tijdtarief kostte. Dus dat was ook voor het Sportcentrum te overzien.

Zo'n autotelefoon bestaat uit een zendontvanger die achterin de kofferbak wordt geplaatst en een bedieningsconsole voor in de auto, welke door een speciale in de vloerbekleding weggewerkte kabel worden verbonden. Deze kon niet zomaar worden losgehaald. Dus moesten we ergens een zo'n kabel vandaan zien te halen. Voor dit soort "special operations" werd meestal Gerard ingeschakeld.

Gerard en Luuk

[##zijsprong; waar?] Gerard had zich samen met Luuk in een van de eerste uitzendingen aangemeld om campusbandjes die speelden in Studio 49 in de Vrijhof op te nemen. Daar kwam niet zoveel van, maar zowel Luuk als Gerard zouden nog heel belangrijk worden binnen de campusomroep.

Luuk had een teken- en schrijftalent, en werd behalve secretaris van de VCD degene die lange tijd voor RD de publiciteit ('publa' (Herman) of 'publi') verzorgde.

Gerard werd VCD-bestuurslid en vice-voorzitter, en deed ook het nodige in de verbindingsploeg. Gerard kon altijd alles geregeld krijgen en dat stak hij dan ook niet onder stoelen of banken. Een deel was hoop, of bluf, maar heel veel onhaalbaar geachte dingen kreeg hij toch voor elkaar. Hij reed vaak achter vrachtwagens waar wat van afviel, of werklui lieten iets op verkeerde plaatsen achter.

Verder kende hij veel belangrijke mensen en kon zich zo nodig in het pak hijsen en mensen handig omlullen.

De autotelefoonkabel voor de Bata

Zo hadden we voor de autotelefoon van de flippermagnaat in 1982 een dikke, speciale verbindingskabel nodig die de console met de zendontvanger moest verbinden. Die kon uiteraard niet uit de auto worden gesloopt, want dan moest de complete bekleding worden losgehaald. Gerard wou 'm ook wel zelf solderen als de specificaties maar ergens te vinden zouden zijn en de speciale pluggen verkrijgbaar. Dat bleek toch lastig. Uiteindelijk belde Gerard ijskoud namens de TH Twente PTT district Hengelo op, om te vertellen dat er "voor de communicatie tijdens de Batavierenrace" een autotelefoonkabel benodigd was voor het type Castor [##of was het Pollux?] en of we die konden huren. De informatie was niet volledig, maar er was niets van gelogen. De kabel was er, en werd door de PTT gratis uitgeleend. Gerard kon 'm 2 dagen voor de race in Hengelo ophalen.

[##1984 Bata?] Probleem: District Hengelo had geen kabel op voorraad. Maar tot onze verbazing maakten de PTT-ers het meteen tot hun probleem, alsof de THT een contract had waarin stond dat zij ieder jaar recht hadden op een weekend gratis gebruik van de kabel. Ze belden vervolgens een aantal andere districten en uiteindelijk is de kabel vanuit Zwolle[##of juist verder weg?] per post opgestuurd [##naar PTT Hengelo of direct naar Gerard?].

Het pad was geëffend. De jaren daarna zorgden de PTT-ers in Hengelo ervoor dat de kabel evt. al vanuit een ander district was opgestuurd, zodat hij ruim van te voren klaarlag. Een telefoontje van de coordinator verbindingen was genoeg om 'm op te kunnen halen. "Met ### van de TH. Ik bel ..." "Ooooooo, ie belt zeker voor de kabel? We hebben 'm al voor je klaarliggen hoor. Wanneer kom je 'm ophalen?"

Flesgebeuren

Omkoping kan je het niet noemen, maar om dit soort medewerking soepel te laten verlopen werd er wel altijd aan gedacht om achteraf een paar flessen wijn aan de helpers te geven, het zogeheten flesgebeuren. Ook op de TH was dit inmiddels een gebruik geworden.

Zo werd een belangrijke RD-steunpilaar van de TH bij de Bata nooit overgeslagen, ook al had hij misschien minder gedaan dan anderen die niks kregen. Dat was een manier om hem te bedanken voor essentiele hulp die hij de rest van het jaar bood, maar waar niemand iets van mocht weten.

Een nieuwe telefooncentrale

Noord-Oost Nederland stroomloos

Op 31 mei 1984 was er een stroomstoring in heel Noord-Oost Nederland, naar later bleek door het doorbranden van 1 wikkeling in 1 transformatorhuisje in Ens in de Noordoostpolder. Er schijnen nog steeds van dat soort zwakke plekken in de landelijke elektriciteitsvoorziening te zitten. Overal in het land ontstonden relletjes en werden winkels leeggeplunderd, maar op de campus werd het gezellig. De noodstroomvoorziening van de Bastille, die het vele uren [##8?] had moeten volhouden, bleek het al na ruim een half uur opgegeven te hebben. Kwestie van niet jaarlijks de accu's leegtrekken en weer opladen, zoals in de werkinstructies stond.

In de Vestingbar waren genoeg kaarsen en ontstond een gezellige sfeer. De timing was niet zo gunstig: het was midden in de tentamenperiode van de HIO en Rolf had de volgende dag een tentamen [## WT?] Toch moest er even van dit moment worden geprofiteerd, dus Rolf belde Hans en Blex [##toch?] om even naar de Vestingbar te gaan.

Bij het opnemen van de hoorn klonk daar een zeer vermoeide, zielige kiestoon, en ook het overgaan van de bel en de in gesprektoon hadden er duidelijk weinig zin in. In die tijd hadden ook telefooncentrales nog hun eigen stroomvoorziening op grote accu's maar die hadden hun beste tijd duidelijk al achter de rug.

Ergens in de nacht was de stroomstoring weer hersteld en was alles weer normaal. Nou, normaal... de volgende dag merkten we, dat een duidelijke zoemtoon, met daar doorheen onmiskenbaar een zachte in gesprektoon, elk telefoongesprek vergezelde. Dat beloofde niet veel goeds voor de komende uitzendingen. Het enige dat we eraan konden doen was een wat harder signaal de telefoonlijn insturen en aan de andere kant wat verzwakken.

Niemand van de HF-ploeg (die inmiddels verbindingsploeg was gaan heten om het bredere werkterrein inclusief telefoontechniek etc. aan te geven) vond het probleem ernstig genoeg om er direct een goede oplossing voor te bedenken. Dat hing - zoals zo vaak - ook samen met het feit dat de programma's in die tijd nou ook niet echt spatten van de creativiteit. Dat was wel een eigenschap van de HF-ploeg: de ploeg was loyaal, maar de kwaliteit van de programma's had een directe invloed op de motivatie om meer dan het minimaal noodzakelijke te doen.

Er was wel al een andere manier bedacht om de zoemtoon kwijt te raken. Die zou echter pas worden toegepast na de vervanging van de telefooncentrale en was een stuk complexer dan de oude methode.

De nieuwe telefooncentrale

De oude centrale was al lang en breed afgeschreven, maar de stroomstoring had de reeds geplande vervanging van de centrale in een stroomversnelling gebracht. [##of verzin ik dit nu?] We waren al bang geweest dat er een volledig digitale centrale zou komen, die elke lijn zou filteren en beperken tot datgene dat iedereen herkent als het typische telefoongeluid. Dat zou het einde zijn geweest van de succesvolle telefoonmethode.

We hoorden onder andere via de contacten van Herman-7 bij de telefonistes en in bestuurlijke kringen, dat het gelukkig om een centrale ging waarbij de sturing weliswaar digitaal was, maar de signaalverwerking analoog of beter gezegd: geschakeld via reed-relais.

Donderdagavond [##datum] was er nog een uitzending geweest. De zoemtoon was nog elke week sterker geworden en verminderde nu echt het luisterplezier. Ook vervelend was, dat een oplettend luisteraar de conclusie kon trekken dat de verbinding tussen studio en zender via een interne telefoonverbinding liep. Een nieuwe centrale was dus, ondanks onze zorgen, welkom.

En toen was het moment daar. De oude centrale werd op een vrijdag door de nieuwe vervangen, om RD bijna een week te geven om ook in de nieuwe situatie een kwalitatief goed stereosignaal door de lijn te kunnen sturen.

Blex, Paul, Hans[##?] en Herman-7[##?] belegden weer een bijeenkomst bij Rolf en met een scoop, een toongenerator en een stereocoder bij de hand floten we de lijnen door. De zoemtoon was uiteraard weg, de lijn was kraakhelder, maar het kantelpunt van de afkap van lage tonen lag iets hoger dan voorheen en bovendien was de helling veel steiler. Zoveel zelfs, dat er niet tegenop te corrigeren viel: Let's groove klonk kaal en iel.

Dus Tom Poes, verzin een list... We brainstormden even en Paul, een eigenzinnig en briljant elektronicus, kwam onder druk van die omstandigheden op het idee om het hele stereospectrum, het zogeheten multiplex-signaal, dat nu tussen ca 50 Hz en 76 kHz ligt, te spiegelen ten opzichte van 38 kHz. Dat signaal werd door Blex "complex" gedoopt en het nog te bouwen apparaat de "Complexer". Aan de zenderkant kwam dan de "Decomplexer" die er weer een gewoon multiplex-signaal van moest maken. De complexer was dus eigenlijk een speciaal soort stereocoder.

Voor de zekerheid checkten we nog even of het frequentiegebied van de telefoonlijnen in het hoog wel ver genoeg doorliep, maar dat bleek geen enkel probleem.

Eind 1984 was de zender uit de lucht gehaald. Een actie van de PTT Radio Controle Dienst, waarvoor het motief onduidelijk is gebleven. Later zijn er wel aanwijzingen geweest dat de RCD getipt was door iemand. [##nog woorden aan vuilmaken?]

De donderdagavonduitzendingen waren voorlopig ten einde. Er moest een nieuwe telefoonopnemer en zender komen, en dat was niet zo snel geregeld. Om te vookomen dat RD zou instorten, werd besloten om wel te proberen met tijdelijke middelen eind januari een top 100,8 uit te zenden. [## was dit al na de vervanging en zonder Complexer? volgens Paul wel]

Dat lukte, maar daarna werd het weer een paar maanden stil. Pas vlak voor de Bata waren de spullen klaar om een volledige Batavierentwintiguursrace uit te gaan zenden.

De weken (maanden?) erna hadden we nog geen Complexer, dus klonk het erg iel. Paul was meteen aan het bouwen geslagen, maar de nieuwe apparaten deden hun naam eer aan: het bouwen bleek toch nog behoorlijk ingewikkeld. Toen het prototype van de Complexer op twee Veroboardjes stond en werkte, werd het prototype volgens traditioneel RD-recept meteen maar ingezet, in afwachting van de 'definitieve' complexer. [##Paul kan dit in meer detail uitleggen] Later is het Complexer signaal gemaakt door dezelfde schema's te gebruiken als die in de coder en de Verobordjes werden nu ook boven in de coder van Rob gehangen.

En het werkte! Ondanks de extra omzettingen klonk het als een klok. Ook was de kanaalscheiding stukken beter geworden, waarschijnlijk omdat de fasedraaiing in de hogere frequenties van de telefoonlijn veel geleidelijker verliep dan in de basisband.

Weer had de typische RD-inventiviteit gezegevierd. Pas 13 jaar later ging de KPN serieus experimenteren om de hoge bandbreedte van lokale telefoonlijnen te benutten voor ADSL.

(geheugenkladje van Rolf Een lijst steekwoorden per jaar weggehaald van hoofdpagina. Hier ter referentie.)