Geschiedenis/1980/Nota Duidelijkheid: verschil tussen versies
Geen bewerkingssamenvatting |
k (1 versie) |
(geen verschil)
|
Huidige versie van 21 mei 2010 om 23:16
Nota Duidelijkheid
[TODO: meer]
[TODO: besluit nota duid was al op of voor 30-9 genomen?]
De nota bestond uit drie delen. Eerst werd de ontstaansgeschiedenis beschreven van zowel de VCD als RD, en de gedachten achter beide organisaties. Ondermeer werd geciteerd uit het "archiefstuk" uit oktober 1979, waarin Frans het doel van het "niet-legale" radiostation beschreven had. Hoofdstuk 2 beschreef de organisatiestructuur van de VCD, en het derde hoofdstuk ging in op de relatie tussen de VCD en Radio Drienerlo.
In dit laatste hoofdstuk werd gesteld dat er "weliswaar overeenkomsten bestaan tussen wat Radio Drienerlo doet en wat de vereniging voor ogen staat, doch dat er sprake is van twee gescheiden organisaties". Erkend werd dat aanvankelijk zelfs leden van de VCD "moeite hadden om deze begrippen uit elkaar te houden".
De begripsverwarring kon nog groter worden door de cassetteservice van de VCD. Het weigeren van toestemming tot opnamen bij BSK werd door deze begripsverwarring verklaard. Vervolgens werd stelling genomen tegen RD:
- Langzamerhand begint door dergelijke ervaringen de mening post te vatten dat Radio Drienerlo een tegenwerkende factor voor de Vereniging Campusomroep Drienerlo begint te worden. Het kan niet ontkend worden dat in de beginperiode de vereniging veel profijt heeft gehad van het bestaan van Radio Drienerlo. Dankzij deze zender heeft het begrip 'campusomroep' voor de meeste campusbewoners inhoud gekregen. Men weet nu enigszins wat men zich hierbij kan voorstellen.
- De voorlopige resultaten van de in september gehouden enquete tonen aan dat een campusomroep door driekwart van de campusbevolking als wenselijk wordt ervaren.
- Op dit moment kan gesteld worden dat vanuit de Vereniging Campusomroep Drienerlo gezien de functie van Radio Drienerlo als uitdraagster van het idee 'campusomroep' vervuld is. Door het feit dat Radio Drienerlo aangekondigd heeft dat zij pogingen in het werk zal stellen om verenigingsproducties uit te zenden zal de heersende verwarring vergroot worden. Hierdoor zijn wij geneigd te stellen dat het voor de vereniging wellicht beter zou zijn dat Radio Drienerlo haar zendactiviteiten zou staken.
- Anderzijds beseft de vereniging dat Radio Drienerlo voor de campusbevolking nog steeds een nuttige functie vervult; immers zij brengt de ideeen van een campusomroep op haar manier in praktijk.
Verder werd uitgelegd dat het feit dat VCD-leden meededen met RD-uitzendingen niet inhield dat de vereniging zelf meewerkte aan RD. Wel kon de VCD "maatregelen nemen tegen leden die de belangen van de vereniging schaden".
- Uit het voorgaande mag blijken dat het niet de bedoeling van deze nota is de opheffing van Radio Drienerlo te bewerkstelligen, maar duidelijkheid te scheppen in de huidige situatie.
- Ook in de toekomst zal de Vereniging Campusomroep Drienerlo haar best blijven doen om deze duidelijkheid zoveel mogelijk te bevorderen, door onder meer verslag te doen van haar activiteiten.
- Ten slotte: een definitieve oplossing van dit probleem zal ons inziens pas bereikt worden op het moment dat een legale campusomroep gerealiseerd is.
De nota verscheen op 15 oktober in een oplage van 200 exemplaren. In eerste instantie werd ze gestuurd naar de Culturele Raad, de Drienerkring, de afdeling Culturele Zaken, de Directeur Campusvoorzieningen, het Campusbestuur. Ook ging de nota naar alle VCD-leden, tegelijk met een uitnodiging voor de Algemene Ledenvergadering van 20 oktober.
Vooral het laatste hoofdstuk zorgde voor de nodige discussie tijdens de Algemene Ledenvergadering.
Het bestuur stond op het standpunt dat zij hiervoor geen toestemming van de ALV nodig had, maar slechts achteraf verantwoording schuldig was voor het gevoerde beleid.
Ferdi vroeg zich af waarom de nota al zo snel verspreid was. Hernam legde uit dat er haast bij was in verband met het verkrijgen van subsidies, huisvesting enzovoort.
Jan Willem meende dat de scheiding onduidelijk bleef als de VCD-programma's van de cassetteservice via RD uitgezonden zouden worden. Anderzijds was er twijfel of er wel vraag was naar "actualiteiten op een bandje".
Gordon betoogde dat de cassetteservice "reëel" moest zijn. De cassettes moesten bijvoorbeeld te horen zijn in de mensa. Ze zouden niet gemaakt worden voor RD. Mr. Holleman van BSK had hem verteld dat de "feitelijke werkzaamheden" van de VCD niet voor een illegaal doel verricht mochten worden.
Frans vond dat als houding aangenomen moest worden: we weten wel dat RD de VCD-programma's uitzendt, maar we doen veel meer als vereniging. We onderhouden "normale" betrekkingen met RD, net zoals iedereen op de campus.
Ferdi en Ruud vonden dat het laatste deel van de nota meer verwarring dan duidelijkheid schepte, vooral voor buitenstaanders. RuudB vond dat er nu nog een nota moest komen met wat de VCD wel deed.
Uiteindelijk ging de vergadering accoord met de tekst, al vond men dat de nota niet naar instanties buiten de campus gestuurd moest worden.
[TODO: more]
De nota "Duidelijkheid" werd eind oktober ook toegestuurd naar het bestuur van de afdeling BSK, naar Studium Generale, en naar het College van Bestuur de Hogeschoolraad. Deze laatste twee instanties werd tevens gevraagd om een adhesiebetuiging, die gebruikt kon worden bij een aanvraag voor een zendvergunning.
Namens het CvB gaf de secretaris van de hogeschool, mr. Schrijver, eind november de volgende reactie:
- Zoals u zult begrijpen kan de hogeschool U geen rechtstreekse steun verlenen bij de oprichting van een radio omroep of het verkrijgen van de nodige vergunningen. Dezerzijds wordt echter gaarne instemming betuigd met Uw voornemen, langs legale weg de totstandkoming van een campusomroep na te streven.